-
1 touw
♦voorbeelden:een eind touw • un bout de cordeeen touw slaan om iets • nouer une corde autour de qc.touwtje springen • sauter à la cordedaar is geen touw aan vast te knopen • cela n'a ni queue ni têteik kan er geen touw aan vastknopen • je n'y comprends rien¶ de bal ging in de touwen • la balle, le ballon alla dans le filetvoortdurend in touw zijn • être toujours sur la brècheiets op (het) touw zetten • mettre qc. sur piedvlug een picknick op touw zetten • improviser un pique-nique -
2 hij zwiepte het touw over de rug van het dier
hij zwiepte het touw over de rug van het dierDeens-Russisch woordenboek > hij zwiepte het touw over de rug van het dier
-
3 de slapheid van het touw
de slapheid van het touwVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de slapheid van het touw
-
4 speling
1 [grillige beweging, uiting] play3 [marge] margin♦voorbeelden:een speling van de natuur • a freak of nature -
5 strop
♦voorbeelden:een dier in een strop vangen • prendre un animal au lacet〈 figuurlijk〉 iemand de strop om de hals doen • perdre qn.→ link=hoofd hoofdeen strop hebben • essuyer une perte -
6 strop
1 [lus van touw] halter ⇒ (hangman's) rope, 〈 met schuifknoop〉 noose, 〈 om wild te vangen〉 snare, 〈 om wild te vangen〉 trap2 [pech] bad/tough luck ⇒ 〈 met betrekking tot transactie〉 raw deal, 〈 financieel〉 financial blow/setback, 〈 financieel〉 loss♦voorbeelden:1 de strop krijgen • get the rope, be hangedtot de strop veroordeeld worden • be sent to the gallows2 een flinke strop • a heavy financial blow, a serious financial setbackergens een strop aan hebben • lose a lot of money on somethingergens een strop van 1000 gulden aan hebben • lose 1000 guilders on something -
7 slaan
2 〈 in het gezicht〉 gifler (qn.)3 [door een zwaaiende beweging op, van de plaats brengen; ook m.b.t. het oog, de blik] jeter4 [van het speelbord verwijderen] prendre♦voorbeelden:een steen sloeg een barst in het raam • une pierre a fêlé la vitreeiwit slaan • battre les blancs d'oeufsde gevangenen werden geslagen • les prisonniers étaient battuseen spijker in de muur slaan • enfoncer un clou dans le murde trommel slaan • battre le tambouralles kort en klein slaan • tout démolirzich door het werk heen slaan • venir à bout de son travail〈 figuurlijk〉 niet van iemand af te slaan zijn • être toujours pendu aux basques de qn.〈 figuurlijk〉 ergens niet weg te slaan zijn • ne pouvoir être délogé de qp.iemand in elkaar slaan • rouer qn. de coupsiemand in het gezicht slaan • frapper qn. au visagede bal over het hek slaan • envoyer le ballon par-dessus la grillestof uit een tapijt slaan • battre un tapisstof van zijn jas slaan • secouer la poussière de son manteau; épousseter son manteau 〈 met borstel〉2 iemand een mantel om het lichaam slaan • envelopper qn. dans un manteaude armen om de hals van iemand slaan • jeter les bras autour du cou de qn.zijn arm om iemand heen slaan • enlacer qn.de armen over elkaar slaan • croiser les bras2 [m.b.t. hart, pols; ook deur, trom] battre3 [m.b.t. klok] sonner4 [+ op][betreffen] concerner5 [begin maken met] se mettre (à faire qc.)♦voorbeelden:hard slaan • taper durmet de vleugels slaan • battre des ailesmet de armen en benen slaan • se démenerer maar op los slaan, in het wilde weg slaan • taper dans le taser flink op los slaan • ne pas y aller de main mortehet schip slaat aan stukken • le navire se brisehet water slaat tegen het schip • l'eau bat le navirede regen slaat tegen de ruit • la pluie fouette contre la vitrehet slaan van het hart • le battement du coeurhet slaan van de regen • le fouettement de la pluiehet slaat twee uur • deux heures sonnentdat slaat nergens op • ça ne rime à riendat slaat op de huidige situatie • cela se rapporte à la situation actuelleoverboord slaan • passer par-dessus bordde angst slaat hem om het hart • l'angoisse le paralysede rook slaat me op de adem • la fumée me suffoquetegen de grond slaan • tomber par terrede vlammen sloegen uit het dak • les flammes jaillissaient du toit -
8 streng
streng1〈de〉2 [met betrekking tot een touw/DNA] strand♦voorbeelden:uit drie strengen gedraaid touw • three-ply rope————————streng22 [strak, hard] severe ⇒ strict, stringent 〈 bepaling, regel〉, rigid 〈 bepaling, regel〉, 〈 zeer〉 harsh♦voorbeelden:1 een strenge winter • a severe/hard/vicious winterhet vriest streng • there's a sharp froststrenge eisen • stern demandseen strenge onderwijzer • a stern/strict teachereen strenge opvoeding • a rigorous/strict upbringingde strenge schoonheid van romaanse kerken • the austere/severe beauty of Norman churcheseen strenge vader • a strict fatherde voorschriften zijn strenger/minder streng geworden • the regulations have been tightened/relaxedstreng orthodox • strictly orthodoxstreng de orde handhaven • rigidly enforce the law, rule with a rod of irondat is ten strengste verboden • that is strictly forbidden/prohibitedstreng toezien op de naleving van iets • ensure that a regulation is complied with to the letter -
9 goed
goed1〈 het〉♦voorbeelden:liggende goederen • biens immeublesroerend en onroerend goed • biens meubles et immeublesik kan daar geen goed meer doen • tout ce que je fais est mal prisgoed doen • faire le bieniemand goed doen • faire du bien à qn.het zal u veel goed doen • cela vous fera grand bieniets goeds • qc. de bonhij lust graag wat goeds • il aime les bonnes choseshoud dat mij ten goede • ne le prenez pas en mauvaise partten goede komen (aan) • profiter (à)verandering ten goede • (une) améliorationzich ten goede keren • tourner bienwe hebben nog een diner te goed • nous avons encore un dîner en perspectiveik heb nog vier vakantiedagen te goed • il me reste encore quatre jours de vacances (à prendre)je houdt het van mij te goed • je te revaudrai çadat hebben we nog te goed • ce n'est que partie remisedat heb je nog van me te goed • je dois encore te rendre cela; 〈 als dreigement〉 tu ne perds rien pour attendre!wollen goed • lainagehij heeft zijn zondagse goed aan • il porte ses habits du dimanche————————goed2♦voorbeelden:een goed jaar geleden • il y a une bonne année (de cela)is dat je goeie pak? • c'est ton beau costume?hij is een goede veertiger • il a la quarantaine bien sonnéeeen goed verliezer • un bon perdantdoe maar goed wat zout in de soep • n'hésite pas à bien saler la soupeik ben het goed zat • j'en ai par-dessus la têteik ben wel goed maar niet gek • je ne suis pas tombé sur la têtehet goed doen • bien marcherhij kan het er goed van doen • il a de quoi, il a les moyensals ik het goed heb • si je ne me trompewij hebben het goed • nous ne manquons de rien〈 ironisch〉 is het nou goed? • ça y est, maintenant?het is mij goed • (je suis) d'accordhet is ook nooit goed! • tu (il) n'es (n'est) jamais contenthij kan geen goed meer doen • on critique tout ce qu'il faitdat komt wel weer goed • ça va s'arrangergoed kunnen leren • apprendre facilementer goed op staan • 〈 letterlijk〉 être bien (sur une photo); 〈 figuurlijk〉 avoir réussi; 〈 ironisch〉 avoir tout gâchéhij heeft goed praten • il a beau direhet eten ruikt goed • le repas sent bondie jas staat je goed • ce manteau te va bienhij was niet zo goed of hij moest betalen • il a bien fallu qu'il paiedat was maar goed ook! • heureusement!zou u zo goed willen zijn … • voudriez-vous avoir la gentillesse de …het zou goed zijn, als je … • il serait bon que tu …net goed! • (c'est) bien fait!ook goed! • d'accord!dat touw is precies goed • c'est exactement la corde qu'il nous, me fautalles goed en wel maar … • c'est bien beau (tout ça), mais …ik was nog maar goed en wel thuis of … • j'étais à peine à la maison que …goed zo! • très bien!zo goed en zo kwaad als het gaat • tant bien que malgoed bij zijn • être éveillézij zijn weer goed met elkaar • ils se sont réconciliésdat is goed om te weten • c'est bon à savoirwaar is dat goed voor? • à quoi ça sert?hij is nergens goed voor • il n'est bon à riengoed voor ƒ 1000,- • bon pour 1000 florinshij is goed voor een paar ton • 〈m.b.t. bezit〉 il a bien quelques briques; 〈m.b.t. verdienen〉 il se fait bien quelques briqueshij is er niet te goed voor • il en est bien capabledat is een goeie! • elle est bien bonne!dat is te veel van het goede • c'est trop, vraimenthet goede doen • faire le bienniet veel goeds • pas grand-chose de bonzich niet goed voelen • ne pas se sentir bienzij is er goed mee • cela l'arrange bienze is onderweg niet goed geworden • elle a eu un malaise en cours de routezo goed als • pratiquementhet boek is zo goed als af • le livre est pratiquement terminé -
10 eind
♦voorbeelden:het is een heel eind • it's a long wayze zijn al een heel eind op weg • they've already gone a long wayhet is nog een heel eind • it's still a long way〈 figuurlijk〉 aan het kortste/langste eind trekken • get the worst/best of itwat een lang eind, die dochter van ons • she's a tall one, that daughter of oursop het (laatste) rechte eind • on the home/finishing stretchdaar kom ik een heel eind mee • that will go a long waydat is een heel eind om • that's quite a bit out of the way〈 figuurlijk〉 een eind weg praten • go/rattle oneen eind in de 40 • well over/past 40de kosten bleven een heel eind onder de raming • the costs were considerably less than the estimatehij woont aan het eind van de wereld • he lives in the back of beyondhet andere eind van de stad • the other end of the townop het eind van de achttiende eeuw • towards the end of the eighteenth centuryje hebt het bij het verkeerde eind • you're mistaken, you've got hold of the wrong end of the stick 〈ook → link=einde einde〉 -
11 rol
I 〈de〉2 [opgerolde hoeveelheid van iets] roll; 〈 hol〉 cylinder; 〈 stof〉 bolt; 〈touw enz.〉 coil; 〈 perkament〉 scroll; 〈 camera〉 reel, spool6 [individueel gedrag in een sociale omgeving] role7 [functie] role♦voorbeelden:zijn rol instuderen • learn one's parteen rol beschuit • a packet of rusks3 de rol van een schrijfmachine/pianola • the roller of a typewriter, the cylinder of a pianolade zaak staat op de rol • the case is down for a hearing7 wat is zijn rol in die zaak? • where does he come into this?geld speelt geen rol • money is no objectII 〈 de (mannelijk)〉1 [handeling van het rollen] rolling2 [manier van zingen] trill(ing)♦voorbeelden: -
12 lijn
♦voorbeelden:iets in grote lijnen aangeven • 〈 ook figuurlijk〉 tracer les grandes lignes de qc.een rechte lijn • une (ligne) droitein een rechte lijn van iemand afstammen • descendre en ligne directe de qn.de resultaten bewegen zich in opgaande lijn • les résultats vont en s'amélioranteen lijn trekken • tracer une ligneaan de (slanke) lijn doen • surveiller sa ligneMaastricht is aan de lijn • vous avez Maastricht au bout du filblijft u aan de lijn, a.u.b.! • ne quittez pas!in de lijn liggen van • être dans le droit fil dedat ligt helemaal in zijn lijn • 〈 net iets voor hem〉 c'est tout à fait lui; 〈 de aangewezen man〉 c'est l'homme qu'il nous fautop dezelfde, op één lijn zitten • être sur la même lignemet lijn 15 gaan, lijn 15 nemen • prendre la ligne no. 15 -
13 val
I 〈de〉♦voorbeelden:de val van de regering • la chute du gouvernementhij maakte een lelijke val • il a fait une vilaine chutede vrije val • la chute libreeen val met, van het paard • une chute de chevalten val komen • faire une chuteten val brengen • faire tomberde regering ten val brengen • renverser le gouvernement3 een val zetten, opzetten (voor iemand) • dresser, tendre un piège (à qn.)ratten in de val vangen • prendre des rats au piègeiemand in een val lokken • attirer qn. dans un piègein de val lopen • tomber dans le panneau -
14 slaan
3 [door slagen op, van de plaats, in een toestand brengen] beat (up)4 [door slagen doen ontstaan] 〈zie voorbeelden 4〉6 [met betrekking tot het oog, de blik] turn8 [verslaan] beat♦voorbeelden:met de koppen tegen elkaar slaan • bang their heads togethereen paal in de grond slaan • drive a stake into the groundeen put slaan • sink a well, bore a wellgeld slaan • mint coins5 een fles rum achterover slaan • sink/tuck away a bottle of rumeen mantel om iemand heen slaan • wrap a coat round someonede armen om de hals van iemand slaan • fling one's arms around someone's neckde armen/benen over elkaar slaan • fold one's arms, cross one's legs6 acht slaan op • take heed/notice of something2 [met betrekking tot hart, pols] beat3 [door slagen geluid voortbrengen] strike5 [+ op] [betreffen] refer to6 [begin maken met] 〈zie voorbeelden 6〉7 [plotseling op een plaats/in een toestand komen] 〈zie voorbeelden 7〉♦voorbeelden:met de deur slaan • slam the doorwild om zich heen slaan • lash outde golven slaan over het dek • the waves are breaking over the decker maar op los slaan • hit wildly/blindly at someone5 waar slaat dit nu weer op? • what is the meaning of this?dat slaat op mij • that is meant for/aimed at medat slaat nergens op • that makes no sense at allde vlam sloeg in de pan • the pan caught firede rook slaat op je keel • the smoke gets you in the throatover de kop slaan • overturn -
15 stijf
3 [bolstaand] bulging6 [strak] taut, tight♦voorbeelden:1 stijf linnen • starchy/stiff linen〈figuurlijk; Algemeen Zuid-Nederlands〉 iemand met de stijve nek bezien • give someone the cold shoulderstijve spieren, een stijve rug • stiff muscles, a sore backstijf en stram • stiff and stark〈 figuurlijk〉 iemand stijf schelden/vloeken • yell/swear someone's ears offstijf van de kou • numb with cold〈 vulgair〉 een stijve krijgen/hebben • get/have a hard-onhij staat stijf van de doping • he's been doped to the gills4 stijve bewegingen/manieren • stiff movements/mannerseen stijf knikje • a stiff nod6 een touw stijf spannen/aantrekken • stretch/pull a rope tautII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
16 val
I 〈 de (mannelijk)〉1 [het door de lucht omlaag gaan] fall3 [hoogte waaruit iets valt] drop5 [zondeval] fall6 [wijze van neerhangen] hang, drape♦voorbeelden:de val van iemand/iets breken • break someone's fall/the fall of somethingten val komen • fall (down), have a fall4 de regering ten val brengen • overthrow/bring down the governmentII 〈de〉♦voorbeelden:1 een val zetten/opzetten • set/lay a trap/snareiemand in de val lokken • trick/frame someone1 [touw] halyard -
17 speling
♦voorbeelden:een speling van de natuur • un caprice de la naturehet touw heeft niet genoeg speling • cette corde n'a pas assez de jeu -
18 vieren
1 [feestelijk gedenken] fêter2 [eer bewijzen aan] célébrer3 [laten schieten] filer♦voorbeelden:1 het honderdjarig bestaan van iets vieren • fêter le centenaire de qc.het betrekken van een nieuwe woning vieren • pendre la crémaillèrede sabbat vieren • observer le sabbatveel triomfen vieren • remporter de nombreux triomphesiemands verjaardag vieren • fêter l'anniversaire de qn.een zeil vieren • larguer une voile -
19 быть занятым
v1) gener. beleren hebben, bezig zijn (met-÷åì-ô.), de hele dag in touw zijn, doende zijn, zich onledig houden met (чем-л.)2) scorn. liggen (чем-л.)3) saying. in de weer zijn (bv.: Van 's ochtends tot 's avonds waren we in de weer) -
20 aantrekken
1 [naar zich toetrekken; bekoren] attirer2 [vaster doen sluiten] serrer4 [m.b.t. kleren] mettre♦voorbeelden:zich aangetrokken voelen door, tot iemand of iets • être attiré par qn. ou qc.→ link=buikriem buikriemeen knoop aantrekken • serrer un noeudII 〈wederkerend werkwoord; zich aantrekken〉1 [grote aandacht schenken aan] se soucier de♦voorbeelden:zich verwijten aantrekken • prendre des reproches au sérieuxzich niets aantrekken van • se moquer de1 [in een richting gaan] se diriger (vers)2 [bijtrekken] revenir à la normale♦voorbeelden:de prijzen trekken aan • les prix se stabilisent
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Daphne Touw — Personal information Born January 13, 1970 Medal record Women s Field Hockey … Wikipedia
Dillianne van den Boogaard — Personal information Born August 9, 1974 Medal record Women s Field Hockey … Wikipedia
Adriaen van der Cabel — Selfportrait with cap aged 34 Adriaen van der Cabel or Ary van der Touw (1631 June 16, 1705), was a Dutch Golden Age landscape painter active in France and Italy. Biography … Wikipedia
Adriaen van der Kabel — Autoportrait d A. Van der Kabel Naissance 1630 ou … Wikipédia en Français
Minke Smeets — Medal record Minke Smeets Women s field hockey Competitor for the … Wikipedia
Mijntje Donners — Medal record Mijntje Donners Women s Field Hockey Competitor for the … Wikipedia
Clarinda Sinnige — Personal information Born January 14, 1973 Medal record Women s Field Hockey … Wikipedia
Margje Teeuwen — Personal information Born May 21, 1974 Medal record Women s Field Hockey … Wikipedia
Myrna Veenstra — Personal information Born March 4, 1975 Medal record Women s Field Hockey … Wikipedia
Minke Booij — Medal record Minke Booij Women s field hockey Competitor for the … Wikipedia
Großmeister für Schachkomposition — ist ein seit 1972 vergebener Titel für Verfasser von Schachaufgaben, die in FIDE Alben von einem Expertenkomitee anthologisch ausgewählt und nachgedruckt werden. Seine Verleihung erfolgt durch die 1956 zunächst als Unterabteilung des… … Deutsch Wikipedia